Hiphop in Tilburg: samenwerken met een ‘zachte g’

Acts als Snoop Dogg en Waka Flocka in de 013 en met WOO HAH! en Definitie van Hiphop óók nog eens twee van de grotere hiphopfestivals van Nederland in de gelederen. Twee urbanstores tegenover elkaar in een zijstraatje van de Heuvelstraat. En dan bevat diezelfde Heuvelstraat ook nog eens een aantal exclusieve sneakershops. Hiphop leeft in Tilburg.

woohahdoorwillemdek2014Sfeerpic WOO HAH! 2014, door Willem de Kam

De sneakers uit die drukbezochte sneakershops zijn allang niet meer alleen voor rappers en mensen die van hiphop houden. Meisjes met bloemetjesjurken lopen op roze Adidasschoenen en de gemiddelde man van begin 40 matcht zijn pullover met de nieuwste Nikes. In diezelfde sneakerwinkels worden overigens ook petjes verkocht. Wie pakweg 15 jaar geleden een pet droeg van een grote Amerikaanse honkbal- of basketbalclub was óf daadwerkelijk fan van de club in kwestie óf stak zijn vrije tijd in het luisteren naar Eminem en 50 Cent. Loop nu op een zondagavond de voetbalkantine binnen en je komt niet bij de bar zonder een pettenklep in je gezicht te krijgen want ‘het is lekker makkelijk als je net gedoucht hebt’.

Verliest de hiphopscene hiermee zijn identiteit? Volgens hiphopproducer Jeremy Waterloo, alias Dokter Moon, niet: “Hiphop is nu gewoon mainstream, wanneer je kijkt naar Amerika en hoeveel hiphop daar nu al in de charts staat. Hoe snel het met de Nederlandse labels hier gaat, het groeit gewoon enorm.”
Jeremy, met muts op zijn hoofd en Nikes aan zijn voeten, is hét icoon van Tilburgse hiphop en zelf woonachtig in het centrum van de stad. Met Tilburgse tongval haalt hij als voorbeeld de rapgroep Great Minds aan. Sticks, Winne en Jiggy Djé. Stuk voor stuk rappers die hun sporen allang verdiend hebben in het rapcircuit. Het eerste album van Great Minds, genaamd Great Minds, kwam op nummer twee binnen in de algemene albumcharts. De hoogste positie ooit voor een Nederlandstalig hiphopalbum. En dus lijkt het duidelijk: hiphop is mainstream geworden.

“Zoals Amsterdam bezig was met Amsterdam, was Tilburg bezig met Tilburg.” – Dokter Moon

“Er was echt al wel een hiphopscene hoor”, vertelt Jeremy over hiphop in Tilburg in de jaren 90. “Het was wel heel lokaal allemaal, weet je.” Jeremy zelf was een jaar of 13 toen hij voor het eerst in aanraking kwam met hiphop en begon met het spelen van hiphopmelodieën op zijn keyboard. Hij hoorde het album Doggystyle van Snoop Dogg en hoorde in de West Coast sound muziekmelodieën die hij herkende vanuit zijn eigen piano-achtergrond.
In die periode, eind jaren 80, begin jaren 90, kwam rapmuziek over vanuit Amerika. “Zoals Amsterdam bezig was met Amsterdam, was Tilburg bezig met Tilburg.” Totdat Jeremy een aantal jaar later Tarik Azzougarh, beter bekend als Cilvaringz, leerde kennen. Jeremy maakte al jaren beats voor iedereen die iets met rapmuziek te maken had in Tilburg en maakte kennis met Tarik via basketbal. Tarik sprong bij een optreden van de Wu-Tang Clan op het podium om een freestyle te rappen en RZA vroeg hem om backstage te komen. Vervolgens is het balletje gaan rollen en kwam er een demo van de twee Brabanders bij de Wu-Tang Clan terecht. De twee hadden al vroeg de ambitie om uit Nederland te vertrekken. “We merkten al heel snel dat de markt in die tijd in Nederland heel klein was. Tarik investeerde al zijn geld in het zorgen dat onze demo’s bij de Wu-Tang Clan kwamen en ik stopte mijn geld in de ontwikkeling van onze muziek.”

DoktermoondoorjvddoelenDokter Moon, visual door Jaap van der Doelen

Dat hij samen met Cilvaringz in 1999 tekent bij het label van de Wu-Tang Clan is volgens Jeremy dan ook het beste wat Nederland op het gebied van hiphop tot dan toe voor elkaar heeft gekregen. Daarna bleef het lange tijd angstvallig stil rond de eigen hiphop uit Tilburg. Totdat Jeremy op de Herman Brood Academie zijn eigen afdeling mocht opzetten. Het werd de House-en Hiphop-afdeling zoals we ‘m nu kennen. Onder andere zijn Great Minds collega’s zijn er ook werkzaam als leraar.

“De kracht van de Tilburgse hiphopscene is dat de krachten gebundeld worden.” – Timmietex

De Tilburgse rapper Timmietex volgde de opleiding en werd in 2010 ‘s werelds eerste ‘afgestudeerde rapper’. “Ik stuur ‘m net een appje, Tim moest even peuken halen en komt zo ook even deze kant op.” Het lijkt de perfecte omschrijving van de hiphopscene in Tilburg. Iedereen kent elkaar, is verbonden met elkaar. Jeremy verlaat de tafel om zich richting het rokershok van Café Anvers te begeven. “Rook jij? Nee, oké. Ben zo terug.”

Even later loopt een bebaarde jongen met muts binnen en kijkt om zich heen. Het is Timmietex. “Jij had wat vragen voor mij?” Met een brede glimlach gaat hij zitten en begint: “Ja, ik denk wel dat dat de kracht is van de Tilburgse hiphopscene. Dat krachten gebundeld worden. Ik begon bijvoorbeeld al zo’n tien jaar geleden muziek te maken met Boef en de Gelogeerde Aap. We zijn vervolgens wel allebei een andere kant uitgegaan, maar het geeft aan dat iedereen in het rapcircuit elkaar hier kent.”
Maar na de successen van Boef en de Gelogeerde Aap en Timmietex (die in 2012 samen met Meneer C op de track Kruikenzeikers te horen waren, inclusief Tilburgs dialect) zijn er nog geen nieuwe grote namen uit het hiphopwalhalla van het Zuiden naar voren gekomen. Timmietex beaamt het: “Ik heb geen idee wat er aan komt qua nieuw talent. Er zijn vast jongens bezig met rap, dat kan niet anders in een stad waar zoveel hiphop gaande is. Alleen ken ik ze nog niet.”

TimmietexdoorMurphtilburghiphopTimmietex, door Murph

Dat Timmietex ze nog niet is tegengekomen, wil natuurlijk niet automatisch zeggen dat de jonge rappers er niet zijn. Normaal gesproken is het ‘s avonds muisstil in buurtcentrum The DiZz in de Hasseltstraat. Maar niet wanneer de Tilburgse hiphopformatie Hidden Village er rondhangt. De bass is al voelbaar wanneer je voor de deur staat en de klanken van beats worden steeds harder wanneer je richting de studio loopt. Waar de gemiddelde beginnende rapper zijn eerste stappen op een kale zolderkamer zet, hebben deze jongens het voordeel dat ze gebruik kunnen maken van alle apparatuur die je je als muzikant maar kan wensen. Een keyboard, een elektrisch drumstel, een afgedekte microfoon en ga zo maar door. Wanneer je het een avondje zou moeten huren, ben je honderden euro’s kwijt.
Het voordeel dat de jongens hebben is dat een van de rappers vroeger vaak in dit buurtcentrum kwam. “De mensen die hier werken, kennen me. Toen ik begon met hiphop maken, kon ik overdag gebruik maken van deze studio, maar in verband met school hadden we dan weinig tijd. Ze zagen al snel dat wij het heel serieus namen en dat we volwassen zijn. Dus voortaan krijg ik de sleutel mee en kunnen we ‘s avonds ook gebruik maken van de studio.” Aldus Gillian Landbrug, alias Kringili, en hij is precies een van die jongens waar Timmietex het over had. Ze zijn er wel, maar vrijwel niemand kent ze nog. “Ik ben minstens zo goed als een hoop rappers die al wel doorgebroken zijn, maar je moet wel in de picture komen.”

Een manier om in die picture te komen is, geheel in de hiphopstijl van Tilburg, de krachten bundelen. Vandaar dat deze jonge gasten Hidden Village in het leven hebben geroepen. “We kenden elkaar al wat langer en wisten dus ook van elkaar dat we allemaal met hiphop bezig waren. Iedereen doet wel zijn eigen ding, maar we hopen in de toekomst ook samen goede tracks te maken.”

beeldmaxtilburghiphopdoorSabineSchuurkes
Max de Beijer, door Sabine Schuurkes

Ook aanwezig in de studio is Max de Beijer, founder van platform To The Max en organisator van Talent Meets Talent. Max houdt zich bezig met het creëren van podia voor beginnende rappers en producers. “Kijk, in Tilburg heb je poppodium 013, en daarmee houdt het qua podia op. En als je een beginnende rapper bent, kun je die stap naar 013 nog niet zetten. Dan heb je een tussenstap nodig. Die tussenstap probeer ik aan te bieden.”

De Talent Meets Talent-avonden zijn bewust toegankelijk voor iedereen, dus ook voor artiesten van buiten Tilburg. “Dat is alleen maar goed voor Tilburg. Mensen komen vanuit Den Haag om hier tien minuutjes te mogen rappen. En dan is het niet zo dat iemand komt rappen en meteen weer weg is. De bedoeling is vooral dat mensen met elkaar in contact komen. Dat een rapper een producent ontmoet. Of een clipmaker. Daar wordt iedereen beter van (inschrijven voor Talent Meets Talent kan hier, red.).”

“We willen echt iets bereiken, we doen dit niet voor niks.” – Kringili

Ondertussen wordt er bij de computer druk gediscussieerd over wie er de beste rapper van Nederland is. Is het de oude rot Sticks? Is het Zwart Licht-rapper Akwasi? De meningen zijn verdeeld. Terwijl de discussie met veel schatergelach voortgaat, zet een van de jongens een nummer van Barry White op. “Luister, check deze melodie. Met een goede bassline kan dit echt een dope beat zijn.”
Dit zijn geen jongens die een beetje zitten te klooien met dure apparatuur. Gillian, met vastberaden blik in zijn ogen, zegt: “We willen echt iets bereiken. Niet voor niks zit ik hier twee keer in de week vier uur per avond shit op te nemen. Ik wil er wel iets mee gaan doen. We schrijven heel de week teksten, Alex maakt heel de week beats, dat is niet voor niks.”
Alex is Alexander de Boer, artiestennaam Alex Megas. Gillian en Alexander leerden elkaar kennen bij een lokale Tilburgse voetbalclub, TSV NOAD, en begonnen zo’n twee jaar geleden samen muziek te maken.
Het wordt al laat, de meeste jongens gaan naar huis want morgen begint er gewoon weer een nieuwe schooldag. Gillian en Alexander blijven nog zitten. Voor hun begint de avond nu pas, ze gaan een nieuwe track opnemen. Alexander vertelt trots: “We zijn bezig met een EP. Eind 2014 hebben we de eerste clip daarvan uitgebracht, voor de track Maar Echt.”

Kringiliopttmtilburg
Kringili op To The Max On Stage #1, door Bogdan Khromov

Gillian verandert in Kringili en neemt plaats achter de microfoon. Alexander draait als Alex Megas aan de knoppen. De samenwerking tussen de twee verloopt niet zoals je verwacht tussen twee jonge gasten die een hobby beoefenen in de avonduren. Gillian rapt zijn eerste verse en al snel kapt Alexander hem af. “Dit is niks”, klinkt het van achter de computer. Pas na een keer of 20 is het goed in de ogen van de producer. Er wordt gewerkt aan backings, adlips en aan de zachte G van Gillian. Die zachte G blijft een struikelblok voor Brabantse rappers, volgens Alexander: “We willen niet zo zeer van die zachte G af. We willen niks kopiëren uit de Randstad ofzo, hoor. Maar het klinkt nogal snel zo boers.”
Bij het refrein barsten beiden enkele malen in lachen uit. Gillian heeft een refrein geschreven met toonhoogtes waarvan hij na een aantal keer proberen er achter komt dat hij die niet gaat halen. “Fuck dit, ik kan niet zingen. Gooi er maar een autotune overheen”, klinkt het vanachter de microfoon vandaan.

“Wat moeten we anders? FIFA spelen?” – Alex Megas

Nog niet zo lang geleden stuurden de twee een nummer in naar Noah’s Ark. Een keer in de zo veel tijd kunnen jonge artiesten hun werk insturen en dat wordt dan beoordeeld door o.a. Jiggy Djé, Spacekees en Murda Turk. Een succes werd het nog niet. “Ja, dat was echt klote. We stuurden een track in die we net af hadden, maar wisten wij veel dat ze maar één minuut zouden luisteren. Ze hebben alleen maar de intro en het refrein gehoord. We kwamen ook nog eens als een van de laatsten aan de beurt, dus ze waren al goed melig waardoor we weinig met de feedback konden”, vertelt Alexander. De twee zijn het er nog steeds niet mee eens. Maar ze gaan door. Ze blijven hiphop maken. “Wat moeten we anders? FIFA spelen?”

Geplaatst door bowie op 23 februari 2015