Dilla is forever

Vandaag is het tien jaar geleden dat James ‘Dilla’ Yancey overleed. Nooit eerder was ik mijn leven zo geraakt door het overlijden van een artiest die ik bewonderde. Biggie en Pac waren een schok, maar ik was niet zozeer in rouw. Dilla is een ander verhaal. Nooit had ik hem ontmoet of zelfs maar live gezien, maar toen hij overleed voelde het alsof er een bekende was ontvallen.

Donuts_still

Het weekend begon nog zo mooi, met een wervelende show van Opgezwolle in de Pul in Uden, maar toen ik het slechte nieuws eenmaal thuisgekomen vernam heb ik de rest van het weekend chagrijnig in een hoek gezeten. Met een enorme stapel Dilla producties, die uiteraard allemaal gedraaid moesten worden. Daar zat ik dan, onaanspreekbaar, terwijl mijn vriendin (tien jaar later inmiddels mijn vrouw) zich vertwijfeld afvroeg of ze iets kon doen. “Nee,” zei ik, “Dilla is dood.” Niemand kon iets doen. Alleen muziek hielp.

En wat een muziek had hij achtergelaten. Een paar dagen ervoor was zijn magnum opus nog uitgebracht: Donuts. Een plaat zo ramvol ideeën, invloeden, invalshoeken en simpel dope shit dat je er een boek over vol kan schrijven. Jordan Ferguson heeft dat een jaar of wat geleden dan ook gedaan, en zijn werk is een aanrader voor iedereen die Dilla hoog heeft zitten. In het boek vouwt hij een theorie uiteen die zegt dat Dilla op Donuts, en dan met name in de finale, de vijf stadia van rouw uitbeelt; ontkenning, boosheid, onderhandelen, depressie en ten slotte, acceptatie. Op die manier zou hij zijn aankomende dood zelf verwerkt hebben en tegelijk zijn vrienden, familie en fans een handvat hebben gegeven om dat ook te kunnen doen.

Een mooi idee dat hij goed uitlegt, hoewel het best allemaal projectie zou kunnen zijn. Uiteindelijk is het alleen Dilla zelf die er uitsluitsel over zou kunnen geven. Toch zegt hij iets over de enorme rijkheid aan beleving die Dilla in de plaat gestopt heeft. Zou jij mij vragen naar mijn favoriete album allertijden zou ik je waarschijnlijk minimaal een variërende top vijf geven. Zou je me echter vragen welke plaat ik mee zou nemen naar een onbewoond eiland dan hoef ik daar geen seconde over na te denken. Donuts zal me nooit gaan vervelen. Na tien jaar hoor ik er nog altijd nieuwe dingen in.

Het overlijden van Dilla zorgde voor een vloedgolf van waardering voor zijn werk. Velen zochten bij de aanschaf van een nieuw Busta Rhymes album al jaren als eerste de onvermijdelijke Dilla productie(s) op, een handeling die ik uit eigen ervaring ook goed ken. Er waren tijdens zijn leven echter net zo veel mensen die niks met hem op hadden. Zo was het destijds een breed gedragen sentiment dat hij A Tribe Called Quest met zijn beats ‘verpest’ had en kon het solo debuut van Q-Tip, dat hij produceerde, ook op een bijzonder tamme tot zelfs hatelijke ontvangst rekenen. En het experimentele Electric Circus dat hij met Common maakte wordt (geheel onterecht) vandaag nog steeds vaak als uitglijder in een verder solide discografie gezien.

Het is ook niet verwonderlijk dat een producer die zo vooruitstrevend was vaak op weerstand kon rekenen, maar zo zat hij nu eenmaal in elkaar. Was een stijl populair geworden, dan was hij er alweer klaar mee en ging hij iets anders doen. Van het aanzwengelen van de hele neo-soulbeweging rond de eeuwwisseling (Questlove heeft ooit gezegd dat iedereen in die stroming min of meer het debuut van Slum Village probeerde te evenaren), tot de introductie van een elektronische bounce, tot het weven van een web van ondoordringbare samples, het zijn slechts momenten in een ongelofelijk rijke carrière. Je zou zelfs kunnen beargumenteren dat, met de navolging die Donuts gekregen heeft door labels als Jakarta Records en Soulection, de plaat de aanzet tot een compleet nieuw (sub)genre gevormd heeft.

Daarmee is meteen het moeilijkste van het accepteren van Dilla’s dood voor zijn fans omschreven. We kunnen niet meer horen welke richtingen hij nog meer aangegeven zou hebben. Wat hij niet maakte is wat we nog altijd het meest missen van deze ongeremde en onwaarschijnlijk getalenteerde producer. Draai je zijn meesterwerk Donuts vandaag echter op repeat dan zul je nog een laatste briljante truc opmerken. Op een album vol virtuoos knip- en plakwerk en ingenieuze loops is er namelijk één die alles overtreft, wanneer de titeltrack waar de plaat mee eindigt naadloos doorloopt in de elf seconden van de intro. Héél de plaat is een loop. Leven en dood haken op elkaar in als de oneindige cirkel van een donut. Dilla is forever.

Geplaatst door bowie op 10 februari 2016